Vanaf het
uiteengaan van Dire Straits in 1996 gaat Mark Knopfler zijn eigen weg.
Moe van
het grote succes en de druk die dat meebrengt, maakt hij nu al jaren platen die
hijzelf interessant vindt. En dat leverde al heel wat juweeltjes op, dubbelaar
Privateering en het iets mindere Tracker waren uitstekende retrospectieve
platen.
Ook op Down The Road Wherever kijkt Knopfler terug op zijn leven en
vooral de eerste jaren met Dire Straits. Met oog voor detail vertelt hij over
een voetbalfan die verdwaalt in een vreemde stad, over een eenzame muzikant
en over een man wiens tijd erop zit.
De titel van het album komt uit een regel
in One Song At The Time, een song van Knopflers gitaarheld Chet Atkins. Het
beschrijft de groei die een muzikant in de loop der jaren doormaakt en dat past
Knopfler. Het album werd opgenomen in zijn studio British Grove in West-Londen
en hij kreeg medewerking van o.a. Jim Cox en Guy Fletcher op keyboards, bassist
Glenn Worf, drummer Ian ‘Ianto’ Thomas en de gitaristen Richard Bennett and
Robbie McIntosh